Posts

Er worden posts getoond met het label humor

Oligofreen

De hele straat hebben ze afgezet en nu staat er in onze tuin een man met een klein bakje een gigantische kraan over ons dak te manoeuvreren. We zijn net iets te laat, want het beton is al gestort. Door de grijze pap waren mannen met gummi laarzen en Poppy haar mond staat geen seconde stil. Of dat snel droogt, wil ze weten. En wat er met die mannen gebeuren zal, als die er niet op tijd uitraken? “Dan blijven ze voor altijd in onze tuin staan,” zeg ik. “En dan maak ik een beetje meer eten en mogen jullie ze elke avond komen voederen.” En Poppy ratelt alweer ademloos verder, waarop de kraanman glimlachend naar haar leeftijd informeert. De man blijkt een dochter van ongeveer dezelfde leeftijd te hebben en herkent de loslippigheid. Met veel trots laat hij ons weten hoe zijn dochter hem onlangs durfde te noemen. Ik ben het woord vergeten. Het stelde niet zoveel voor. In onze gezinscultuur staat het niet eens onder de rubriek ‘ondeugend’.   Niets om van achterover te vallen. En ook Popp...

Microben

“Dat is toch zo,” zegt hij. “Als kinderen ziek zijn, dan is iedereen daarmee bezig. De juf en de dokter en de mama en de papa. Aan kinderen zie je het ook beter als ze ziek zijn. Dan hebben ze van die kleine, triestige oogjes.” Hij kijkt me aan met de blik van een bezorgd, groot mens. “En ze mogen thuis blijven,” legt hij verder uit en frummelt wat aan zijn onderlijfje dat niet achterstevoren maar wel verwrongen rond zijn lijf hangt, omdat hij zich na het wassen waarschijnlijk niet goed afgedroogd heeft. “En dan krijgen ze snoep en iets lekkers om te drinken. Maar volwassen(en) niet, hè mama.” Ondanks zijn ernst probeert zoon ondertussen een hangende spagaat: één voet op een rieten bankje en de andere tegen de spijl van de deur. Ik plooi handdoeken. Er zit een beetje prikkeldraad in mijn keel. Mijn beenderen zijn nog steeds elastisch.   Het begon met een vulkanisch hoofd en een pijnlijk, rillend omhulsel dat geen aanraking meer wenste en koude handen die niet zouden m...

Wijvenweek (4) - Schop

Beste lezer, Als je schrijft over iets zuurs, is de kans groot dan je zelf klinkt als een augurk. En dat wil ik niet. Daarom heb ik Pippi Langkous ingeschakeld . Ze is dan wel groot geworden – de pillen van de zolder bleken niet te werken -   maar haar paard loopt nog steeds rond in Villa Kakelbont   en ze eet nog regelmatig slagroomtaarten voor ontbijt. Haar vlechten heeft ze ingeruild voor een onbestaanbaar hoog kapsel, maar haar puntige heksenschoenen zijn nog altijd een maatje te groot. Want goede dingen, zo beweert zij, moet je niet veranderen. Zo blijft ze nog steeds om meducijn vragen, ook al weet ze ondertussen wel beter. Toen ik haar mijn probleem voorlegde, kwam ze onmiddellijk van het dak af waar ze lag te zonnen met mijnheer Nilson en zocht de apotheker op. Ziehier het verslag van haar bezoek. “En wat mag het wezen?” vroeg de oude man. Als kind bracht ze hem al eens in verwarring, maar nu waren haar bezoekjes een welkome afwisseling tussen de ...

Wijvenweek (2) - Schuld

Vandaag moest ik voor de rechtbank verschijnen. Mij werd ‘diefstal van momenten’ ten laste gelegd. Nog voordat mijn zitvlak het beklaagdenbankje raakte, stak de aanklager al van wal. “Bewijsstuk nummer één,’ riep hij een toonde het publiek een pan met gestold vet. “Is dit uw pan?” vroeg hij en keek daarbij iets te zelfvoldaan naar mijn goesting. “Ja, maar…, wierp ik tegen. De aanklager legde me echter snel het zwijgen op: “Enkel antwoorden met ja of nee, mevrouw.” “Ja,” piepte ik. De pan, zo stelde het heerschap, stond daar al een avond, een hele nacht én een hele dag te verkommeren op een   - hij haalde luidruchtig zijn neus op – aangekoekt fornuis. Helaas was dat bewijsstuk iets te onhandelbaar gebleken om naar de rechtbank te sleuren.   Maar daar werd verder niet op ingegaan, stelde ik enigszins verongelijkt vast. Zo begon het dus. En daar bleef het niet bij: de aanklager loodste het publiek van de pan naar de verminkte en geschroeide strijkplank die artritis in haar ...

De dikste kop 29 juli 2010

“Mag ik nog een mopje vertellen?” vraagt prins na het afsluiten van het avondritueel. Bij ons gaat dat zo: men zuigt alle boze dromen uit beide oren van het kind en verbant hen onverbiddelijk naar de gang: Ga heen en waag het nooit meer terug te komen! Vervolgens kiest men een goede droom en blaast die voorzichtig in het moede hoofd (met dank aan de GVR van Roald Dahl). Men sluit ten slotte af met een dozijn kusjes en een knuffel. Het kind is nu klaar om veilig naar dromenland te vertrekken. Maar prins mag dan niet stoer zijn, hij vecht graag tegen de slaap. Meestal door mij rekenkundige vragen te stellen: “Hoeveel is honderd plus drie maal twee?” De snoodaard heeft er plezier in dat zijn cijferanalfabeet van een moeder daar een tijdje zoet mee is. "Ja hoor, vertel die mop maar," zeg ik enigszins opgelucht. Het is de eerste grap van mijn zoon en de verwachtingen zijn hoog gespannen. “Er was een brand ergens en er waren drie brandweermannen en één brandweerman zit achter ...