Wijvenweek (5) - Schat
Veel kan ik niet. En al helemaal niet veel tegelijk, maar ik heb wel een klein talent: ik kan in het park die haan zien, die prachtige, enorme haan. Hoe hij over het grasperk statig komt aan paraderen. Hoe hij traag aan me voorbij schrijdt. Als een koning. En tegelijk voel ik iets. Iets dat zich moeilijk laat beschrijven. Het licht misschien, of het gebrek eraan. Het groener gras misschien. De manier waarop een eend over mijn hoofd afdaalt naar de vijver. Of de vijver zelf die koel, grijs en geheimzinnig de lucht weerspiegelt. Of dat allemaal tegelijk. Hoe de dingen samenspannen en mijn verbeelding op hol doen slaan, want zomaar, ineens kan ik me voorstellen dat de haan een horloge uit zijn borstveren plukt en moppert dat hij nog te laat gaat komen. Het is niet ondenkbeeldig dat ik straks in een konijnenpijp beland. Ik kan niet veel en al helemaal niet veel tegelijk, maar ik kan wel kleine dingen vangen. Ziehier, de trotse eigenaar van een persoonlijk museum van mini...