Onverbeterlijk onderdeurtje
Papa plaagt dochter. Ze kan daar mee lachen. In het begin dan toch. Maar papa weet niet van ophouden en dan is het over met de pret voor het kleine meisje. “Dik, vet varken,” roept ze ineens. Daar worden we allemaal muisstil van. Want grote broer probeert al eens graag het ‘speelplaatsgescheld’ in huis uit, maar van zus zijn we dat niet gewoon. Nog v ooraleer papa in zijn mond vol tanden wat woorden van protest bij elkaar verzameld heeft, steekt dochterlief al haar gestrekte vinger uit naar haar broer en verkondigt vastberaden: “Dat heb ik van prins geleerd!” Niet wat ze zegt, maakt dat we in lachen uitbarsten, maar de manier waarop ze dat doet. Met de grandeur van iemand die ons net een moeizaam aangeleerde driedubbele salto mortale getoond heeft. “Fout,” zeg ik tegen mijn dochter en geef een plagerig rukje aan het etiketje van haar truitje dat aan haar kin komt piepen. “Oei, achterstevoren,” zegt poppy hoofdschuddend. “Wat ben ik toch dom.” “Van wie zou je dat hebben, d...