Een moeder

Antonio Vallejo Najera, fluistert ze met opeengeklemde kaken, alsof ze de naam samen met de man tussen haar gebit wil vermalen.
Een psychiater, zegt ze. Een man, zuiver van geest, zou u misschien denken, want een wetenschapper. Hij had een theorie: marxisme was een ziekte. Ik ben tweeënnegentig jaar nu. Kijk naar mij. Kijk. Ik leef nog. Het is geen dodelijke ziekte blijkbaar.
Señora Maria blijft met een dunne, kromme vinger de rand van haar koffiekopje volgen als wilde ze het verleden bezweren.
De bevindingen van de wetenschapper werden overgemaakt aan Franco, zegt ze. Die ademde tweemaal in en uit en de nieuwe wet was een feit. De kinderroof gerechtvaardigd. Om maar te zeggen: zo snel kan het gaan. In mijn buik groeit ondertussen het kind, terwijl de wet als het zwaard van Damocles boven onze hoofden hangt. Wij houden ons gedeisd, maar de oren hebben muren.
Mijn man Juan, hij duwt zijn lippen tegen mijn ronde buik en roept: mijn kleine dwarsligger, je wordt net zoals je vader!
De laatste weken kan ik door een geknelde zenuw enkel nog op mijn linkerzij liggen met mijn rechterbeen over de rugleuning van de zetel gevouwen.
Stil toch, fluister ik tegen mijn man. De muren hebben oren. Stil toch.
Ik slaag er zelfs in om de kreet binnensmonds te houden als hij komt, mijn jongen. Ogen van het zwartste zwart, en kogelrond. Evenbeeld van zijn vader. Uit duizenden kinderen, ik zou hem er zo uit halen. Die ogen. Ik heb ze gezocht, weet u, elke dag in het gelaat van elke mannelijke voorbijganger. Een bitterzoet ritueel, meer was het niet.
Op een dag vielen ze binnen. Het is de wet, zeiden ze. Het waren de geweren. En iets anders nog. Al heb ik er nooit een naam op kunnen plakken. Hoe noem je dat wat een medemens ertoe drijft het broze leven uit de armen van een moeder te rukken als een waardeloos stuk speelgoed en dat alles in die moeder dan breekt en scheurt, barst en splijt en onherstelbaar versplintert?
We zijn aan de dood ontsnapt, Juan en ik, maar ik kreeg een beschadigd mens terug, die van het leven niet meer moest weten. Het sijpelde uit hem weg als water uit een gebroken vaas. In nachtmerries ging hij de vijand te lijf en vervloekte het verlies dat hem bij het ochtendgloren tegen het gezicht sloeg. Dat oorlogsdromen is hem fataal geworden. Ikzelf heb de droom als een zachte barrière tussen mezelf en de dood kunnen plaatsen. Ik heb mijn fantasieland, weet u. Elke avond voor het slapen gaan verzin ik achter geloken oogleden mijn glooiend landschap, een huis zonder geschiedenis, een terras en een schommelstoel. En daar wacht ik dan op mijn zoon. Ik weet niet wie ik verwachten moet, de kleuter van twee die uit mijn armen getrokken werd of de man van eenenzeventig die hij geworden is. Maar ik wacht. En elke avond opnieuw val ik in slaap vooraleer ik hem over de laatste heuvel kan verzinnen. Ik weet het, ik steek teveel tijd in het oproepen van de sfeer. De details moeten kloppen, begrijpt u. Wij verdienen een paradijselijke omgeving bij onze ontmoeting.
Elke avond schilder ik de juiste lichtinval, wuivend gras als een ontroerende melodie, dauwdruppels in de vorm van perfecte parels. En elke avond komt er ook weer iets bij: een meer om in te zwemmen, een grote boom voor de lommer, een boomhut,… En weer val ik in slaap, vooraleer ik hem de heuvel op verzinnen kan.
U vraagt zich af waarom ik die ontmoeting nu al zestig jaar uitstel. Dat zal ik u uitleggen: ik wil ons samenkomen niet verzinnen, begrijpt u. Ik geloof dat ik op een dag erin zal slagen mijn verzonnen paradijs over de drempel van de slaap te tillen. Op een dag zal dat gebeuren. Na al die jaren zal de allerlaatste droom me eindelijk mijn jongen terugbrengen.

(Dit fictieve verhaal is gebaseerd op een artikel uit De Morgen van 29/1. Tijdens de Burgeroorlog nam het roven van kinderen in Spanje een begin, zogenaamd om de Spaanse bevolking te zuiveren van de marxistische ziekte. Tegen 1944 waren er al 12.000 kinderen weggehaald bij hun ouders. Zelfs tot in de jaren ’80 werd moeders voorgelogen dat hun pasgeboren baby dood was, waarna de boreling voor grof geld werd doorverkocht. Het zou over de hele periode over een 300.000 kinderen gaan.)

Reacties

Populaire posts van deze blog

Oligofreen

Boek: smaakmaker (1)

Week in stukjes