Waar is de moeder van Bambi?

Met open mondjes zitten mijn kinderen ’s avonds naar de televisie te kijken. Nieuwsgierig wurm ik me tussen hen in. Mijn schouders zuigen als magneten hun hoofden naar mij toe. Een voorrecht dat ik voorlopig nog mag koesteren.
‘Waar kijken jullie naar?” informeer ik.
“Naar Batman,” prevelt poppy zonder haar blik van het scherm te halen. Ik loop niet echt hoog op met gemaskerd manvolk, dat meestal met veel vertoon van spierkracht het scherm dreigend opvult, maar blijf toch even meekijken. Batman wordt in deze aflevering bijgestaan door een blikken duo: een breedgeschouderde robot en een fragieler exemplaar. Het begin van het verhaal heb ik gemist, maar ik begrijp al snel dat de grotere robot, gedreven door zijn verlangen naar een zoon, de kleinere ontwierp. Met zijn drieën trekken ze ten strijde tegen de slechteriken. Ik ga ervan uit dat we hier met een onoverwinnelijk trio te maken hebben, waartegen geen enkele maniak, bliksem of storm zal opgewassen zijn. Het goede zal zegevieren en mijn kinderen zullen straks de nacht zorgeloos uitslapen. Maar dan raakt de kleine robot zwaar gewond. Straks is hij weer helemaal genezen, denk ik opgeruimd en aai prins, bij wie deze onverwachte verhaallijn voor ontsteltenis zorgt , geruststellend over zijn hoofdje. Heel even lijkt het goed te komen met de kleine robot. Alleen blijft hij wel met een urgente vraag zitten: “Waarom bestaat er zoveel slechtheid bij de mensen?” Een variant van de verzuchting van prins: “Mama, waarom zijn er slechte dingen?” Ik wijs mijn zoon dan ook op de gelijkenis met de kleine robot. Een beetje voorbarig, zo blijkt, want het gaat van kwaad naar erger met metal boy. Die moet van de mensen ineens niets meer weten, leert al snel het verlangen naar macht kennen en kan er door zijn vader maar op het nippertje van weerhouden worden om zijn eerste moord te begaan. Maar daarmee is de ruzie nog niet over. In een ultiem eindgevecht komen zoon en vader robot opnieuw tegenover mekaar te staan. In zijn strijd om de wereld van het kwade te vrijwaren, ziet de vader geen andere uitweg dan zijn eigen creatie te vernietigen. Ik word daar zowaar even stil van. Ik bedoel, de moeder van Pippi was ook dood, maar over de omstandigheden werd verder niet uitgeweid en voor Pippi zat het lieve mens eigenlijk gewoon toe te kijken door een klein gaatje in een wolk. En de moeder van Bambi kwam dan wel gruwelijk aan haar einde, maar dat speelde zich allemaal buitenbeeld af. De dader was trouwens een onzichtbare, onbekende jager. Als ik aan poppy vraag wat er met de moeder van Bambi gebeurd is, antwoordt ze steevast: “Die is even weg.” Wasverzachter bijhalen of zo. Indertijd werd de miserie niet zo expliciet getoond, terwijl in dit filmpje van die zoon nauwelijks nog iets over blijft nadat de vader met hem klaar is.
Poppy lijkt niet erg aangedaan, maar prins is in alle staten. “Waarom doet die vader zijn zoon dood?" snikt hij. “Waarom doet die zijn eigen zoon dood?”
Ik ben zelf nog in shock en schud een beetje onnozel met mijn hoofd.
“Dat mag niet, mama, dat mag hij niet doen!”
Prins is troosteloos en dus probeer ik hem en mezelf een beetje af te leiden.
“Kijk straks even uit, wil je?” zeg ik. “Want zonet kwam hier een turpelitje door de woonkamer en die heeft op de vloer gekakt.”
Mijn kinderen komen nieuwsgierig kijken. Ik veins paniek.
“Poppy! Nu ben je er toch in getrapt. Jakkes!”
“Je bent maar wat aan het verzinnen, mama,” lacht poppy. “Zo een turpedingetje bestaat toch helemaal niet!”
“Nee,” geef ik toe. “En die robot van daarnet bestaat ook niet. Allemaal verzonnen.”
Prins probeert een klein lachje. Dat de gruwel in de echte wereld die van de verbeelding met gemak overtreft, laat ik maar achterwege. Alles op zijn tijd. Voorlopig heeft mijn zoon al genoeg aan zijn hoofd. Als ik hem een nachtkus geef, vraagt hij zich bezorgd af of hij op het einde van het derde leerjaar wel tot duizend zal kunnen tellen.

Reacties

Anneke zei…
Wat een prachtige titel. Jij stelt wel eens dat je reizen, zelfs naar Nederland al een groot avontuur vindt, maar ik kan je verzekeren dat mijn avonturen in Oeganda minder hachelijk zijn dat jouw beslommeringen op de televisiebank:)
Ann zei…
Ben altijd blij als ik je in mijn reacties tref. Ik denk dat we de dingen misschien op een gelijkaardige manier bekijken en dan maakt het niet uit of je in Oeganda of op de televisiebank zit.

Populaire posts van deze blog

Oligofreen

Week in stukjes

Gedeelde slaap