Afblijven!

De conversatie tijdens het voorgerecht in de pastabar G&G gaat over buikaangelegenheden. Onze collega heeft verstek moeten laten gaan, want, alhoewel zij er van ons allerminst op moest, heeft ze de hele nacht op de pot gezeten. Iemand sluit daar tijdens het hoofdgerecht elegant op aan door luidop de kwaliteit van vlees en vis te betwijfelen. Hoofdschuddend vraagt hij zich af welke vuiligheid er allemaal in ons voedsel zit. Wij geven hem overschot van gelijk en eten alles op.
“Binnen honderdduizend jaar leveren wij alleen nog bionische kinderen af, “ zeg ik grappend.
“Welja,” valt een collega me bij. “Tegen die tijd maken we kinderen op maat.”
Waarop ik haar gedachtegang verder concretiseer in de website “Zap-Foetus” waarop je met enkele muisklikken je foetus kan samenstellen.
In de bus gaat mijn fantasie onder de weldadige invloed van wijn en Limoncello helemaal met me op de loop. Ik maak een verbeeldingsvolle sprong in een tijd, waar Zap-Foetus een feit is en de ouders van kinderen die voor deze revolutionaire omwenteling geboren werden via internet volgende brief toegestuurd krijgen:

Beste ouders van poppy en prins,

Ondanks de aanvankelijke tegenstand is Zap-Foetus nu een begrip in onze samenleving. Reeds negentig procent van de bevolking maakt gebruik van onze innoverende techniek om hun toekomstig kind naar wens samen te stellen. Dit enorme succes heeft ons dan ook gestimuleerd tot verder onderzoek naar de manipulatie van reeds bestaande kinderen. Wij wilden geenszins u, ouders van deze kinderen, in de steek laten. Vandaar dat wij vandaag met enige trots het Zap-Kids-project aan uw voorstellen (zie bijlage 1: uitgebreide folder). Deze ingenieuze techniek stelt u in de mogelijkheid om uw kind op een vrijwel pijnloze manier te laten aanpassen aan uw persoonlijke noden. Ook uw kind zal er baat bij hebben. In bijlage 2 vindt u de lijst met de verplichte correcties, zoals goedgekeurd in het decreet ‘burgerlijke gehoorzaamheid’. Daarnaast bieden wij u in bijlage 3 de vrijblijvende lijst aan met optionele wijzigingen. Voor de toepassingen van de correctiekuur gelieve u te melden bij de plaatselijke afdeling van Zap-Kids in uw gemeente.

Veel succes en bijzonder hoogachtend,

Frank en Stijn Stroomlijn

Wanneer ik de brief aan mijn man voorleg, reageert deze bijzonder afwijzend.
“Afblijven.” zegt hij. “Onze kinderen zijn goed zoals ze zijn.”
Ik begrijp zijn aversie. We maken allebei immers deel uit van de – voorlopig – vreedzame actiegroep FUK (Free and Untouched Kids) die weigert zijn kinderen burgerlijke gehoorzaamheid te laten inspuiten. Maar ik twijfel over het optionele luik.
“Luister even, liefste,” zeg ik. “Laten we het kind niet met het onderzoekswater weggooien. Neem nu prins bijvoorbeeld, het ontbreekt hem nog aan net dat beetje kracht om zich op het voetbalplein met zijn kameraden te kunnen meten. Als we daar nu eens wat aan zouden toevoegen. Ik zie daar echt het kwaad niet van in. En dat gebrek aan concentratie waardoor hij op school achterop blijft hinken. Zeg nu zelf, zou het zijn leven niet stukken gemakkelijker maken moest ik hier op de lijst ‘concentratie’ aanvinken. Ik zeg ook niet dat we onmiddellijk voor niveau tien moeten gaan, maar niveau acht, ik zie daar eigenlijk alleen maar voordelen in.”
Na heel veel heen en weer gepalaver kwamen we tot een besluit. We lieten onze zoon in kracht één niveau en in concentratie vier niveaus stijgen en onze dochter twee niveaus dalen in koppigheid. Laat ik u maar even meenemen naar een dag uit het leven van ons gezin na de correcties.

De wekker maakt mij onmeedogenloos wakker. Voor de rest heerst er ten huize L. complete stilte. Ik kus mijn zap-kinderen wakker. Vanaf het moment dat zij de ogen openen, verschijnt er een ingetogen glimlach op hun gelaat en kussen ze mij – eerder plichtmatig, maar dat kan inbeelding zijn – terug, volgen mij gehoorzaam en geruisloos naar beneden en kleden zich vlotjes aan. (Ik geef toe, ik heb zonder medeweten van mijn man een paar niveaus ‘ochtendlijke gehoorzaamheid’ laten bijvoegen. U en mijn man beseffen niet hoe vermoeiend het kan zijn om een dochter met kuren en een trage zoon in de kleren te krijgen). Tijdens het eten bespreken mijn kinderen het oeuvre van Shakespeare (Ja ja, ik pleit weerom schuldig. Maar u kan dan ook niet weten hoe eenzaam het is om als enige boekenwurm in dit gezin te leven. Ik ben inderdaad overmoedig geweest in het vakje ‘liefde en talent voor taal en verhaal’).
Mijn dochter komt gracieus (zeker weten) naar me toe en merkt voorzichtig op dat elke dag cornflakes voor het ontbijt niet echt gezond is. (Het is al goed, maar een om snoep, chips en cola zeurend kind kan je echt wel tot waanzin drijven.) Het gecorrigeerde kind is op een stoel gaan staan en dwingt me haar recht in de ogen te kijken:
“Mama, de basis van elke gezonde voeding is afwisseling. Ik beweer heus niet dat de lasagna van de Aldi niet lekker is, maar we hebben gisteren ook al pasta gehad. Als je wil zal ik je werkschema eens met je doornemen, zodat je een wat effectievere tijdsindeling kunt maken en meer tijd over hebt om boodschappen te doen. Ik ben eventueel ook wel bereid om mee te gaan winkelen en je te begeleiden in de aankoop van geschikte voedingsmiddelen.”
Aanvankelijke irritaties om de veelvuldige opmerkingen van mijn zap-kids hebben plaats gemaakt voor een beschaamd zwijgen.
Onderweg naar school informeert prins hardnekkig beleefd (vanaf nu licht ik mijn correcties niet meer toe, beste lezer, vogel het zelf maar uit.) hoe ver ik zit in mijn zoektocht naar een andere school. Hij streelt daarbij even mijn hand en ik ben opgelucht dat ik met mijn poten van zijn fluwelen inborst ben afgebleven.
“Je ziet zelf toch ook in, Ann (Ann?), dat een aantal ouders wel heel erg onbezonnen tewerk zijn gegaan.”
Je kan er inderdaad niet naast kijken. Een groepje krachtpatsers lopen op de speelplaats tegen de muren op en maken dubbele salto’s. Mijn zoon neemt afscheid met een latijns gezegde dat ik niet begrijp en trekt zich in een donker hoekje onder het afdak terug met soorgenoten om te bespreken of Claus al dan niet een Nobelprijs verdiend heeft. Ik zie hem af en toe verlangend naar een troepje breedgeschouderde Uberkinderen kijken die ballen door muren proberen te trappen. Hun brute en dierlijke kracht levert hen bulten, blauwe plekken, littekens en een puntenkaart bij de spoeddienst op, maar ze schijnen er voor de rest weinig last van te ondervinden. Wanneer een patserige kerel van zeven jaar een bal in het groepje stampt, vult de pientere blik van mijn kind zich met angst.
“Waar zijn we mee bezig?”
vraag ik me in stilte af.
Poppy's afscheidskus voelt anders aan. Ik mis de chocoladeplekjes op haar wangen en haar afschuw wanneer ik die met spuw probeer te verwijderen. Ze ruikt zelfs niet eens meer naar kind. Gedwee laat ze mijn hand los, veel sneller dan anders, want de door haar opgerichte debatclub “emancipatie begint in de kleuterklas’ staat al druk te vergaderen naast een onaangeroerd speeltuig. De juffrouwen zien er jaren ouder uit, het valt me telkens weer op. Hiervoor zijn ze niet opgeleid. Dit hadden ze niet zien aankomen. Volgend jaar wordt de kleuterschool afgeschaft en moeten ze naar een bijscholing van de VDAB. Dik tegen hun zin.
Tijdens het eten, waarvan de bereiding mij nu al geruime tijd faalangst bezorgt, klaagt een afgetobde dochter erover hoe vermoeiend het is om de kleuterjuffrouw voortdurend te moeten terechtwijzen. Alleen Lena had medelijden met haar. Mijn dochter vraagt zich af waar die ouders met hun hoofd zaten toen ze bij dat kind één en al empathie, rechtschapenheid en mededogen hebben laten injecteren. Ik durf haar niet zeggen dat ik daar ook aan gedacht heb, maar deze correcties zouden mijn man onmiddellijk zijn opgevallen.

Na de maaltijd zie ik prins buiten met zijn vriend voetballen. Hij ziet er gelukkig uit en dat stemt mij hoopvol. Maar al na een kwartier staat hij terug in de woonkamer.
“Tijd voor het brein,” zegt hij met zorgelijke ernst. “Ik heb nog stapels boeken te lezen.”
“En nu is het genoeg!” brul ik. “Leg dat boek neer! Onmiddellijk! Trek die sportschoenen aan. En laat het mij niet twee keer zeggen! Buiten! En voetballen, zeg ik u!”
“En nu jij, jonge dame,” spreek ik dreigend. “Doe dat schrift dicht, eet wat snoep, chocolade en drink een liter cola! En vooral je handen niet wassen voordat je op je hoofd in de zetel gaat staan! Doe dat schrift dicht, zeg ik u!"
Prins staat nog wat te drentelen aan de deur.
“Komt er nog wat van, of wat? En dan nog iets, als je de bal over het hek stampt, klim er gerust over heen, zodat er een gat in je bloes komt wanneer je ergens achter blijft haken!”
Mijn kinderen kijken elkaar veelbetekenend aan, maar het raakt me niet meer.
“En morgen als jullie opstaan, vooral veel lawaai maken en als het kan net zo uit je bek stinken als voor dat stomme project, alsjeblieft!”
Dus, neen, mijn waarde Frank en Stijn, het hoeft allemaal niet voor mij. Ik kan de verantwoordelijkheid niet aan. Ik vermoed zelfs dat elk detail van mijn kinderen van onschatbare waarde is en manipuleren dus gelijkstaat met heiligschennis. Zeg nu zelf, jullie kunnen toch onmogelijk weten welke onomkeerbare gevolgen jullie gepruts heeft. Misschien is de overgevoeligheid van mijn zoon wel broodnodig voor een toekomstig creatief talent en zal mijn dochter in één of ander bedrijf reddeloos verloren zijn zonder haar koppigheid. Ik zeg het niet graag, maar mijn man had overschot van gelijk: “Gewoon afblijven!”

Reacties

Populaire posts van deze blog

Oligofreen

Boek: smaakmaker (1)

Week in stukjes