Brokken maken 3 juli 2010

Mijn kinderen zeggen wat ze denken. Ze doen dat luid en duidelijk. Voor de slechte verstaanders binnen een straal van 100 meter willen ze het graag nog eens herhalen. Laten we zeggen op een zonovergoten terras waar we bediend worden door een zweterige jobstudent. Op zijn gelaat voeren puisten in diverse ontwikkelingsstadia een hevige strijd voor braakliggend land om zich voort te planten. Uit de intense blik van mijn dochter kan ik gemakkelijk voorspellen wat er gaat volgen.

"Mama?"
Daar gaan we dan.
"Ik weet wat dat is."
Ze strekt haar vinger uit naar het onfortuinlijke gelaat.
"Dat zijn de waterpokken."
Ik weet proefondervindelijk dat negeren niet helpt, maar ik heb op dat moment geen geniale inval om dat tsunamikind in te tomen. Ik kan haar er toch maar moeilijk op wijzen dat we hier te maken hebben met een ongeziene puistenplaneet.
"Mama (een toontje hoger nu), dat zijn wa-ter-pok-ken!"
Het mag gezegd worden, dat kind van mij kan fantastisch goed articuleren. Is gezegend met een vèrdragende stem ook. Ik probeer het met een mini-ssstje, tussen mijn tanden door, maar poppy is zodanig verguld met haar diagnose dat ze het woord nog eens luidkeels proeft.
"Wa-ter-pok-ken!'
Dus nu zijn we er zeker van dat iedereen het gehoord heeft, behalve prins die dromerig aan zijn drankje slurpt. Godzijdank, want hij had haar diagnose graag met grote stelligheid in twijfel getrokken. Ik moet er wel bij vermelden dat mijn zoon meestal iets voorzichtiger is. Hij trekt geen voorbarige conclusies, maar doet eerst een vragenronde.

Laten we zeggen aan de kassa van een grootwarenhuis, terwijl we aanschuiven achter een reuzenvrouw die hun eigenste moeder gemakkelijk met één klap zou kunnen vloeren.
"Mama, is dat nu een mevrouw of een meneer? Je zegt het niet, mama, zeg het dan, is het een mevrouw of een meneer?"
"Een mevrouw, zoon, met wat teveel aan testosteron. Misschien wel een verdwaalde reuzin, die ons straks meevoert in haar kar naar haar reuzenhuis, ons stooft in haar reuzenketel en opeet. Jou het eerst, want kinderen met oranje haar zijn naar het schijnt het lekkerst."
Dat denk ik dan, maar dat zeg ik niet. In plaats daarvan begin ik maniakaal in het snoepgoed te graaien.

Mijn kinderen zeggen wat ze denken en ze krabben waar het jeukt. Ze maken met de glimlach brokken. Hun moeder negeert hen, zegt ssst, geeft stiekem een por, trapt zogenaamd per ongeluk op het kindervoetje, knijpt in een armpje en af en toe doet ze net of het haar kinderen niet zijn.

Maar vandaag doen de huisgenoten helemaal niks: ze hangen, liggen, zitten, ze knabbelen, slurpen, zuchten, ze gapen, krabben, wiebelen, doen hun monden open voor een halve zin en zwijgen weer omdat niemand de moeite doet om echt te luisteren. Want er wordt weer gevoetbald op tv en het brein van mijn beeldbuislievelingen staat in reptielenmodus. Het moederbeest is veilig.

Reacties

Sofie zei…
Ann, ik kan met moeite beslissen bij welk stukje "ge-schribbel" ik een reactie zal plaatsen... Ik laat 't aan de willekeur over, hoewel dit stukje me tot tranen toe heeft doen lachen! En die andere ook... Super dat je je belevenissen met de wereld wil delen! Een welgemeend compliment mag dus niet uitblijven: wat doe je dat geweldig! Ik hoop dat er nog vele mogen volgen, en wat mij betreft laat je mevrouw Ianka Fleerackers een poepje ruiken! Heb je haar verzameling colums onder de titel "Roodkopje" ooit gelezen? Een heel leuk boek... maar ik vind jouw verhalen zéker zo leuk, zo herkenbaar, zo ontroerend!
Sofie, mama van Paulien en Wannes

Populaire posts van deze blog

Boek: smaakmaker (1)

Oligofreen

Week in stukjes